Dit Geloven Wij


10. We verklaren dat de lichamelijke opstanding van Christus uit de dood, van essentieel belang is voor het bijbelse Evangelie (1. Kor. 15:14). We ontkennen de geldigheid van ieder zogenaamd Evangelie waarin de historische realiteit van de lichamelijke opstanding van Christus wordt ontkend.

11. We verklaren dat de bijbelse leer van rechtvaardiging alleen uit geloof door Christus essentieel is voor het Evangelie (Rom. 3:28; 4:5; Gal. 2:16). We ontkennen dat ook maar iemand het bijbelse Evangelie kan geloven en tegelijkertijd de apostolische leer van rechtvaardiging, alleen uit geloof door Christus, kan afwijzen. Ook ontkennen we dat er meer dan één waarachtig Evangelie bestaat (Gal. 1:6-9).

12. We verklaren dat de leer van de toerekening van zowel onze zonden aan Christus als van Zijn rechtvaardigheid aan ons, waardoor onze zonden volledig worden vergeven en waardoor we volledig aanvaard kunnen worden, essentieel is voor het bijbelse Evangelie (2 Kor. 5:19-21). We ontkennen dat we gerechtvaardigd worden doordat de rechtvaardigheid van Christus in ons gegoten is, of door gerechtigheid waarvan wordt gedacht dat zij zich in onszelf bevindt.

13. We verklaren dat de rechtvaardigheid van Christus waardoor we gerechtvaardigd zijn volledig die van Hemzelf is, dat Hij die zonder ons bewerkstelligd heeft, in en door Zijn volmaakte gehoorzaamheid. Deze rechtvaardigheid is ons toegerekend of aan ons toegeschreven door de rechterlijke verklaring van God, als de enige basis van onze rechtvaardiging (Gal. 2:16; Ef. 2:8-9; Tit. 3:5). We ontkennen dat enig werk dat we doen in welke fase van ons leven ook, iets bijdraagt aan de verdienste van Christus of voor ons enige waarde verwerft die zou kunnen bijdragen aan de grondslag van onze rechtvaardiging (Gal. 2:16; Ef. 2:8-9; Tit. 3:5).

14. We verklaren dat, terwijl de heilige Geest in alle gelovigen woont en alle gelovigen zich in het proces van heiligmaking bevinden en gelijkvormig worden gemaakt aan het beeld van Christus, toch deze gevolgen van rechtvaardiging niet de grondslag van die rechtvaardiging vormen. God verklaart ons rechtvaardig, vergeeft onze zonden en neemt ons aan als Zijn kinderen, door Zijn genade alleen, en door geloof alleen, enkel en alleen vanwege Christus, toen we nog zondaren waren (Rom. 4:5). We ontkennen dat gelovigen eerst in hun leven rechtvaardig moeten worden door middel van hun samenwerking met Gods levensveranderende genade, alvorens God hen in Christus gerechtvaardigd zal verklaren. We worden gerechtvaardigd terwijl we nog zondaren zijn.

Vorige... | Volgende...