God geeft genoeg om de mensheid om onze opstandigheid ernstig te nemen. Hij roept ons juist ter verantwoording, omdat het Hem aan het hart gaat dat wij Hem, en andere mensen, zo slecht behandelen. Met andere woorden: Hij zal deze rebellie niet blijven tolereren.
Het vonnis dat God over ons velt is volkomen rechtvaardig, alleen al om het feit dat Hij ons precies geeft waar wij om vragen. In onze opstandigheid tegen God, zeggen we Hem, 'Hoepel toch op. Ik wil niet dat U zegt wat ik moet doen, laat me gewoon met rust.'
Dat is nu net wat God doet. Welk strafoordeel wacht er opstandelingen? Dat God zich afwendt, om hen voorgoed uit Zijn tegenwoordigheid te bannen. Maar aangezien God de oorsprong is van het leven en van el het goede, is van Hem afgesneden zijn gelijk met dood en hel.
Het is vreselijk om onder het oordeel van God te vallen. Dit vooruitzicht staat ons allen te wachten, aangezien we ons allen schuldig maken aan die rebellie tegen God.
Dat is het dan? Is dat onze bestemming: dood en verderf?
Had God niet wonderlijk ingegrepen, dan was dit inderdaad het einde.